Nederland CO2 neutraal in 2050
In 2050 dient Nederland CO2 neutraal te zijn. Dan maken we geen gebruik meer van aardgas. Maar waarom moeten we nu al aan de slag? Het duurt toch nog even voordat het 2050 is? Kunnen we niet wachten op nieuwe technieken zoals waterstof?
2050 klinkt nog erg ver weg. Toch moeten we nu al aan de slag. De energietransitie is een grote opgave, waar bijna iedereen mee te maken gaat krijgen. Ruim negen miljoen gebouwen (waarvan ruim zeven miljoen woningen) in Nederland moeten verduurzaamd worden vóór 2050. Dat zijn ongeveer 250.000 woningen per jaar. Kortom: de opgave is te groot om nog langer te wachten.
De hoogste prioriteit op dit moment is energie besparen door goed te isoleren, energiezuinige apparaten te gebruiken en bewust om te gaan met energie. Rondom het opwekken van duurzame hernieuwbare elektriciteit heeft zonne-, wind- en waterenergie op dit moment prioriteit. De locatie waar duurzame hernieuwbare elektriciteit opgewekt gaat worden (nu en in de toekomst) moet zo goed mogelijk benut worden door meervoudig ruimtegebruik (bijvoorbeeld zonnepanelen op daken en bedrijfspanden) en vraag en aanbod moet zoveel mogelijk bij elkaar worden gebracht.
In de toekomst zullen er zeker ook andere technieken ontstaan. Zo zijn er onderzoekers die een toekomst zien in het gebruik van waterstof. Waterstofgas komt echter niet voor in de natuur en daarom moet het geproduceerd worden. De huidige manieren van waterstofproductie zijn helaas nog energieverslindend. Een deel van alle waterstof in de wereld wordt namelijk gemaakt van aardgas of andere fossiele brandstoffen. De rest wordt geproduceerd door elektrolyse en middels experimentele methoden. De meest bekende methode is elektrolyse: er wordt heel veel elektriciteit gejaagd door water en daarbij wordt zuurstof en waterstofgas gevormd. Deze methode is op dit moment nog erg duur en nog niet CO2 neutraal, omdat er nog onvoldoende duurzame opwek van elektriciteit voorhanden is. Productie van waterstofgas uit elektriciteit is op dit moment interessant als er een tijdelijk overschot is aan wind- of zonne-energie of waterkracht.