Nieuwjaarstoespraak burgemeester Christine van Basten-Boddin 2025
Lieve Beekenaren,
Wie werkt aan de bloei van de gemeente, werkt ook aan de bloei van de gemeenschap. Dit is niet iets wat ik zelf verzin, maar een beschrijving uit het oude testament nog wel; van de profeet Jesaja.
Maakt u zich geen zorgen. Dat ik hier vandaag begin met een verwijzing naar een Hebreeuwse Schriftgeleerde uit de achtste eeuw voor Christus, betekent niet dat ik meer spreektijd nodig heb dan normaal om het over Beek anno nu te hebben. Ook begeef ik me daarmee niet in de complexe wereld van religie. Nee, ik begin hiermee omdat ik wil spreken over een bloeiend Beek. Want naar mijn overtuiging wijzen vele tekenen in die richting.
Werken aan de gemeente is werken aan, en geloven in onze gemeenschap. In de jaren dat ik uw burgermoeder mag zijn, heb ik gemerkt dat dit werken aan onze gemeenschap iets is wat in het Beekse water zit. Want de gemeenschapszin is sterk. Ik geloof zelfs dat dit onze meest bijzondere troefkaart is. Want wat heb je aan bevallige plaatsen, een monumentaal stadsdecor of een schilderachtig landschap als er geen band bestaat tussen mens en omgeving, tussen individu en gemeenschap?
Hier zijn we gezegend met zowel een mooie omgeving als ook met een gemeenschap die bereid is de handen uit de mouwen te steken. Ik ga niet zover om Beek tot een hemels oord te verklaren. Verre van dat. Ook ga ik niet ontkennen dat er zaken zijn die mij zorgen baren, die dringend opgelost dienen te worden of die niet in de haak zijn. Beek is geen beloofd land, wel een dierbaar oord. Een dierbaar oord dat net als alles wat ons dierbaar is, alles wat lief en kwetsbaar is, zorg nodig heeft.
Na de loftrompet – u verwacht het al – volgen nu toch een paar zorgwekkende klaroenstoten. Maar blijf alstublieft, loop hiervoor niet weg. Beek heeft iedereen nodig. En aangezien u vandaag in zulke grote getale aanwezig bent, toont u daarmee aan dat u niet wegloopt voor uitdagingen, maar juist kiest om Beek te omarmen. Dat stemt mij hoopvol en dankbaar. Ik kom daar straks nog bij u op terug. Maar nu eerst mijn – ik moet zeggen: onze – zorgen. Ook blik ik kort terug op 2024.
De polarisatie neemt hand over hand toe. We zien dat op tv, en de social media zijn er op grote schaal zo mee vervuild geraakt dat je soms beter van ‘anti-sociale media’ kunt spreken. Onze grenzen van fatsoen worden steeds meer opgerekt. De samenleving verhardt. Mensen verschansen zich in de burcht van hun eigen gelijk. Naar een ander luisteren, iets aannemen, begrip tonen of ons eigen standpunt durven inwisselen voor een ander gebeurt nog maar mondjesmaat of helemaal niet. We zijn hoe langer hoe meer onze eigen maatstaf geworden. Aan onszelf hebben we genoeg. De ander kennen we niet meer. De kern van samenleven is elkaar waarnemen. Maar als iedereen alleen nog maar naar zijn eigen navel staart is het onmogelijk de ander in de ogen te kijken.
Met het risico uitgemaakt te worden voor naïef wil ik een lans breken voor meer solidariteit en saamhorigheid. Ik geloof namelijk dat wij hier op onze Beekse schaal wél in staat zijn de ander waar te nemen, de medemens te zien en deze de hand te reiken. Uit de lucht gegrepen is die wensgedachte, die voorbeeld stellend voor de rest van het land mag zijn, allerminst. Vaker heb ik gewezen op onze Oekraïense gemeenschap die hier zo vanzelfsprekend is opgenomen.
Ik geloof van harte dat hartelijkheid ons verder brengt dan hatelijkheid. Als Beek iets getoond heeft, dan wel dit warm menselijke gezicht waarin menselijkheid centraal staat. Universele menselijkheid die niet oordeelt waar iemand vandaan komt, of waar hij/zij in gelooft of van houdt. Verbindingen blijven zoeken is een daad van beschaving. Juist in hardvochtige tijden als deze is het belangrijk ons te realiseren dat er meer is dat ons verenigt dan wat ons van elkaar vervreemdt.
Het is toch opmerkelijk dat in Beek mensen erin slagen elkaar te vinden en respect voor elkaar kunnen opbrengen, zelfs als er op het eerste gezicht niets is wat ze delen. Neem wederom onze vluchtelingen. Hoewel ook in Beek mensen kritisch staan tegenover de opvang van vluchtelingen en asielzoekers, merk je toch dat er intermenselijke contacten ontstaan die opvattingen of rotsvaste overtuigingen overstijgen. Mij stemt dit hoopvol. Want als we erin slagen om projecten te vinden waar we samen aan kunnen werken dan maken we samen stappen en werken we aan Beek zodat het groeit en bloeit.
Ons altijd zo sterke gemeenschapsleven floreert alleen maar bij de gratie van eensgezindheid, in een geest van samenwerking, van verbinding. Die verbinding is dus niet alleen aangenaam, maar ook noodzakelijk. Noodzakelijk om de uitdagingen op lokaal, nationaal en internationaal niveau het hoofd te kunnen bieden.
De vele oorlogen in de wereld bijvoorbeeld, maken het noodzakelijk dat wij ons gaan voorbereiden op dreigingen en ontwrichtingen die wij niet voor mogelijk hielden. Denk daarbij aan de langdurige uitval van elektriciteit, water, gas en communicatie. Want stelt u zich eens voor dat u enkele dagen geen water meer uit de kraan krijgt, uw huis niet kunt verwarmen, niet kunt koken of geld pinnen. Plaatsvervangend commandant der strijdkrachten Ludy Schmidt deed onlangs een indringende oproep aan alle burgemeesters om hun inwoners hierop voor te bereiden. Het is immers in de krijgsmacht een gevleugelde uitspraak dat ‘hij die vrede wil, zich voorbereidt op oorlog’.
In dit geopolitieke tijdperk herleven de tijden van de koude oorlog. Notabene in het jaar waarin we onze 80-jarige vrijheid herdenken en vieren. Het besef dat ook wij kwetsbaar zijn, sijpelt langzaam door in de samenleving. Maar door niet weg te kijken, ons voor te bereiden op mogelijke dreigingen en de schakel van onderlinge verbondenheid sterk te houden, blijven we overeind en blijft onze vrije wereld -ook hier in Beek- vrij. Maakt u zich geen zorgen: ik kondig hier geen Derde Wereldoorlog aan noch verwacht ik dat de tanks snel zullen binnenrollen. Maar we moeten ons op elk scenario voorbereiden. Niet met angst of in paniek, zeker niet, maar met ons gezond verstand.
De ongerustheid en ontevredenheid als gevolg van grote maatschappelijke omwentelingen neemt toe. Ook in Beek. Dat kunnen we niet ontkennen. Ik kan dan ook niet beloven dat dit jaar veel beter zal worden, dat wij alle zorgen en ontevredenheid kunnen wegnemen. De nasleep van corona en de energiecrisis zijn we zeker nog niet te boven gekomen. Inflatie neemt ook bij ons toe. Het leven wordt steeds duurder. De bestaanszekerheid van veel mensen staat in toenemende mate onder druk.
We kunnen de macro-economische situatie vanuit hier helaas niet beïnvloeden. Ik kan dus ook geen beloften doen dat 2025 een jaar wordt waarin het ons beter zal gaan. Wat ik u wel kan toezeggen is de volledige inzet van mijzelf en mijn wethouders alsook de hele gemeentelijke organisatie.
Versterking van ons sociaal domein alsook van onze gebiedsontwikkelingsprojecten en ruimtelijke ontwikkeling staan hoog op onze agenda. We zetten minder in op het neerzetten van nieuwe projecten als wel meer op het béter maken van het bestaande. Niet meer, maar beter luidt daarbij ons adagium. We willen onze kracht – zowel op sociaal gebied als ook in onze ruimtelijke ordening – meer in de etalage zetten. Natuurlijk sluiten wij de bouw van nieuwe woningen daarbij niet uit.
In Beek moet iedereen mee kunnen doen aan de gemeenschap en mag niemand worden buitengesloten. Hiertoe is er een inclusie-agenda opgesteld die we dit jaar gaan uitvoeren. We weten allemaal dat eenzaamheid een sluipmoordenaar is die mensen isoleert en hun gezondheid bedreigt. Het stemt me verdrietig dat er Beekenaren zijn die eenzaam zijn. Kijk naar elkaar om. Laat niemand alleen. Een agenda opstellen of gemeentelijk plan maken is één ding; elkaar vasthouden en steunen iets anders.
We bouwen niet alleen aan relaties, of organiseren Beekse evenementen, maar ook bouwen wij aan het in stand houden van onze mooie gemeente. Zo blijven we flink investeren in onze lokale economie, want het zijn immers onze ondernemers die ervoor zorgen dat er in Beek geld wordt verdiend. Mede dankzij ons goede ondernemersklimaat blijft Beek een gemeente met uitstekende voorzieningen waar mensen fijn wonen, werken, leren en leven.
We zijn trots op onze ruimtelijke ontwikkeling. Neem de herinrichting van de Schimmerterweg die dit jaar na 15 jaar gereedkomt en veiliger wordt; of de omgeving van de Carmelwijk die een duurzamere toekomst tegemoet gaat. Twintig jaar is hierover gesproken. Dit jaar zetten we onze schouders onder zaken als verlichting, afvalinzameling, gezonde buurten en verkeersveiligheid. Ook het station maken we toekomstbestendiger. Dit jaar komt de nieuwe stationsomgeving gereed en in het verlengde daarvan gaan wij werk maken van de Stationstraat.
Afgelopen jaar hebben we veel straten aangepakt. Gebiedsontwikkeling heeft onze aandacht. Net als erfgoed en cultuur. We geloven in verbindingen, in plekken waar mensen samenkomen en waar Beek in alle facetten een hechte gemeenschap vormt.
Ik ben blij, lieve Beekenaren, dat we hier vandaag bij elkaar komen en zo dadelijk het glas heffen op het nieuwe jaar. Ik wens u en ons alle energie om die bloei van Beek te realiseren. Daar hebben we iedereen bij nodig. Dat u hier bijeen bent gekomen om het nieuwe jaar gezamenlijk in te luiden, beschouw ik als de beste start van het jaar.
Laat ons samen werken aan de bloei van deze gemeente waardoor ook die mooie Beekse gemeenschap blijft bloeien.
Uw burgemeester,
Christine van Basten-Boddin