Toespraak herdenking zigeunerrazzia 16 mei 2024
Misschien vraagt u zich tegenwoordig ook wel eens af bij het lezen van een boek, bij het volgen van het nieuws of bij het kijken van een film: wat zouden wij hebben gedaan? Zouden wij de moed kunnen opbrengen om in opstand te komen, ons te verzetten tegen een fout regime of op te staan tegen onrecht? Zouden wij het lef hebben; zeker wanneer wij onze verzetsdaden zouden moeten bekopen met ons leven?
Wellicht stelt u zich dit soort vragen ook wanneer u het dagelijks nieuws over de oorlog in Oekraïne en in het Midden-Oosten volgt. Beelden van wanhoop, van onvoorstelbare menselijke tragedies, maar ook van mensen die er bewust voor kiezen om niet te vluchten en huis en haard achter te laten, maar blijven om de mensen om hun heen te helpen. Onze bijeenkomst hier nodigt ook ons uit om die vraag te stellen: wat zouden wij doen in oorlogstijden? Zouden we vluchten of zouden we blijven om onze medemensen in nood te helpen?
Voor de meeste mensen geldt dat we het verkiezen om liever een stille maar levende getuige te zijn dan een dode held. Voor mij ligt dat niet anders. De vraag wat ik zou doen als het me te heet wordt onder mijn voeten, als de nood aan de man komt of wanneer ik moet opstaan wanneer een dictator wil dat ik blijf zitten, laat zich enkel als een gedachte-experiment beantwoorden.
Want ik leef, samen met u, in de gelukkige omstandigheid nooit een oorlog of een bezetting te hebben gekend. Wij leven al bijna tachtig jaar in een vrij land waar mensenrechten worden gerespecteerd, waar de democratie onze vrijheid van meningsuiting waarborgt. Laten we eens wat langer stilstaan bij de door mij opgeworpen gewetensvraag.
Wat zouden wij bijvoorbeeld op 16 mei 1944 hebben gedaan? Want de gebeitelde woorden ‘wij lieten hen gaan’ op ons monument voor de gedeporteerde zigeuners grijpt ons elke keer weer bij de keel. Die woorden maken de geschiedenis uit de leerboeken of de verhalen van inmiddels veelal overleden ooggetuigen tastbaar. En wel in ons eigen Beek. De wereldgeschiedenis tekent zich hier af in een monument van een tragische familiegeschiedenis.
Ik kan vandaag niet genoeg benadrukken hoeveel respect wij als gemeentebestuur hebben voor het werk van de Stichting Herdenking Oorlogsslachtoffers Beek. Het invoelbaar maken van deze geschiedenis is van levensbelang. Het zorgt ervoor dat we blijven voelen, meeleven met wat er is gebeurd en voor wat zich vandaag de dag nog steeds voor onze ogen in de wereld voltrekt. De geschiedenis levend houden, ze laten voortbestaan in onze herinneringen, dat is iets wat onmisbaar is.
De laatste weken hebben we veel kunnen lezen over de familie Franz en over de vervolging van andere Roma en Sinti in het algemeen. De zigeunerdeportatie is helaas een onderbelicht onderwerp in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het is van groot belang dat we in de geschiedenis meer stemmen gaan horen, dat we openstaan voor nieuwe verhalen.
Door het werk van de Stichting Herdenking Oorlogsslachtoffers Beek en Stichting Kleeza voelen wij ons als college, net als de Beekse gemeenschap, verbonden met de familie Franz. Maar buiten verbondenheid roept het ook een gevoel van verantwoordelijkheid in ons op. Namelijk het gevoel dat we dit nooit meer mogen laten gebeuren, dat we samen opstaan tegen onrecht; kortom dat we ‘hen niet laten gaan’.
Pas als we elkaars geschiedenissen kennen, weet hebben van elkaars pijn en verdriet, pas dan kunnen de littekens die oorlogen veroorzaken genezen. Met veel bewondering heb ik de video bekeken van Mady Franz. Ze overleed in 2014. Maar nog in datzelfde jaar riep zij op tot ‘samenhouden’, tot gezamenlijkheid tot verdraagzaamheid. Dat juist deze bijzondere vrouw dit zei, raakte me. Zij was slechts één van de negen leden van haar familie uit Beek die het drama kon navertellen. Niet de haat bepaalde haar leven, maar juist het medeleven, de compassie. Haar wijsheid inspireert ons vandaag nog steeds.
In de familiegeschiedenis van de familie Franz komt veel samen. Hun verhaal staat symbool voor de onderbelichte pagina’s uit de geschiedenisboeken. Maar ook voor de morele moed die je als mens en als gemeenschap zou moeten opbrengen om het juiste te doen; om het niet te laten gebeuren.
Vandaag hebben we hier op deze plechtige bijeenkomst een begin gemaakt met het levend houden van de nalatenschap van de familie Franz. Zodat we ons blijven realiseren dat onze vrijheid niet vanzelfsprekend is. Dat we onze ogen en oren openhouden voor onrecht en onderdrukking van álle mensen. En dat het moedige mensen vergt om op te staan. Dat we met elkaar één ding afspreken: wij laten het niet meer gebeuren, nooit meer.