Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen: Lokale voorschriften
Onder de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) mag een gemeente bijzondere lokale omstandigheden vaststellen. U moet deze verwerken in de risicobeoordeling en het borgingsplan. De lokale voorschriften van Gemeente Beek leest u op deze pagina.
De gevolgen van stijgend mijnwater voor nieuwe bouwplannen
Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw is in Limburg mijnbouw gepleegd. Dat heeft nu en in de
toekomst gevolgen voor de bodem in onze provincie. Het is geen nieuw of acuut probleem, maar wel
iets waar we in de regio bewust van moeten zijn en soms rekening mee moeten houden.
In Beek hebben we te maken met de staatsmijnen Maurits en Emma. De mijngangen, mijnkamers en
dergelijke onder de gemeente Beek liggen op dieptes tussen de 200 en 900 meter. In Beek liggen geen
mijnschachten.
Graven en werken op die diepte was alleen mogelijk als het waterpeil met pompen kunstmatig laag werd gehouden. Nadat de mijnbouw in Limburg en ook over de grens in Duitsland was gestopt, zijn deze pompen uitgezet (Zuid-Limburg 1994), zodat het waterpeil weer het oorspronkelijke niveau zou kunnen bereiken (mogelijk rond 2030). Het een en ander heeft twee effecten, namelijk door het stijgende waterpeil wordt de bodem langzaam omhooggeduwd en daarnaast bestaat de mogelijkheid dat mijnwater op termijn opstijgt naar bovenliggende lagen en de kwaliteit van het diepere grondwater beïnvloedt.
Welke gevolgen dit gaat hebben voor de bovengrond is niet inzichtelijk. Bij het wegpompen van het grondwater halverwege de 20e eeuw zijn bijvoorbeeld in Neerbeek drempels (verzakkingen) in de bovengrond ontstaan. Dergelijke situaties zouden zich door het aanvullen van het grondwater weer kunnen voordoen. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken is onderzoek gedaan naar de effecten van de vroegere steenkoolwinning. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek is besloten een aantal maatregelen te treffen. Zo zijn extra meetpunten geplaatst om de gevolgen van stijgend mijnwater in kaart te brengen, worden zes industriële schachten in de mijnstreek beter afgedicht en wordt een regionaal kennis- en expertisecentrum opgericht waar alle informatie over de effecten van vroegere mijnbouw worden samengebracht. Hier kan straks iedereen terecht met vragen, bijvoorbeeld of er in de buurt van een nieuwe bouwkavel vroeger mijnbouw is gepleegd en welke effecten dat mogelijk nog heeft of kan hebben. Alle resultaten van metingen en bijbehorende kaarten en gegevens kunnen in dit expertisecentrum worden geraadpleegd.
Uit de onderzoeken die tot heden zijn uitgevoerd komen geen situaties naar voren die acuut onveilig of
gevaarlijk zijn. De adviezen richten zich vooral op het blijven volgen van de effecten van vroegere mijnbouw (monitoren). Geen van de effecten leidt tot onoplosbare problemen, dus mocht er in de toekomst iets worden ontdekt dat om ingrijpen vraagt, dan kunnen passende maatregelen worden genomen. Het toekomstige expertisecentrum gaat bovendien een belangrijke rol spelen in het tijdig signaleren van mogelijke ongewenste effecten.
Wenst u te gaan bouwen in Beek, dan is het verstandig om vooraf te informeren of de betreffende bouwkavel gesitueerd is in het gebied waar steenkolenwinning heeft plaatsgevonden. Het is verstandig om dit vervolgens ook te melden bij de constructeur die verantwoordelijk is voor de bouw en de private kwaliteitsborger. Mogelijk is het noodzakelijk om op sommige locaties extra voorzieningen te treffen qua fundering en of stabiliteit.
Heeft u een vraag over de effecten van vroegere mijnbouw, waarvan u het antwoord niet op deze webpagina vindt, stuur dan een e-mail naar: infopuntmijnbouw@prvlimburg.nl of bel naar 043- 389 89 89. De medewerkers van dit tijdelijke informatiepunt gaan dan voor u op zoek naar het antwoord. Zij zijn op werkdagen bereikbaar van 09.00 tot 17.00 uur. Voor meer informatie: www.mijnwaterschade.nl
Bouwen rond de luchthaven
Vortex is een wervelwind die veroorzaakt wordt door stijgende en dalende vliegtuigen van en naar een
luchthaven, zoals luchthaven Maastricht Aachen Airport. Vliegverkeer van en naar een luchthaven veroorzaakt soms fysieke schade aan gebouwen gelegen in de directe nabijheid van de start- en landingsbanen door deze turbulentie.
Gaat u bouwen in de nabijheid van de luchthaven, dan is het verstandig om voorzieningen te treffen, zoals dakpanbeugels/haken, dakbedekking en isolatieplaten goed te verankeren aan de onderliggende constructie en rekening te houden met het plaatsen van zonnepanelen. Het is belangrijk de architect, aannemer en kwaliteitsborger hiervan in kennis te stellen.
“Bouw- en toeleveringsbedrijven van materialen en dergelijke moeten rekening houden met hoogtebeperkingen bij het gebruik van bouwkranen en dergelijke rond luchthaven Maastricht Aachen Airport. Het is verboden een object op te richten of te plaatsen als dit in strijd is met de maximale hoogte die in het Luchthavenbesluit van betreffende luchthaven staat beschreven. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) kan hier namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat ontheffingen voor verlenen.
In verband met de veiligheid van aanvliegroutes verzoeken wij u alvorens bouwkranen te plaatsen hierover contract op te nemen met de Openbare Dienst van Maastricht Aachen Airport telefoonnummer 043- 3589750/ 043- 3589754.
Voor de bouw van bouwwerken en gebouwen zijn tevens hoogtebeperkingen vastgelegd in het bestemmingsplan/omgevingsplan. Ook moet rekening worden gehouden met reflectie rondom de luchthaven, zoals bij de toepassing van zonnepanelen en parkeerplaatsen (spiegeling spiegels en autoruiten). Bij reflectie nabij de luchthaven dient contact te worden opgenomen met ILT of een reflectieberekening noodzakelijk is. Voor een reflectieberekening kan bijvoorbeeld contact worden opgenomen met het Nederlands centrum voor Lucht en Ruimtevaart NLR te Amsterdam. Verder verzoek wij u om, in verband met de veiligheid van aanvliegroutes, vroegtijdig contact op te nemen met de luchthaven over de uitvoering van het plan (bouwmethodiek). U kunt hierover contract op te nemen met de Openbare Dienst van Maastricht Aachen Airport. Het is belangrijk de architect, aannemer en kwaliteitsborger hiervan in kennis te stellen.”
Geluid
In de Omgevingswet met bijbehorende besluiten, zoals het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), worden geluidgevoelige gebouwen beschermd. Zowel de geluidbelasting aan de buitenzijde van een geluidgevoelig gebouw, alsmede het geluidniveau in gebouwen is aan regels gebonden. Als de geluidbelasting aan de buitenzijde hoger is dan de voorkeursgrenswaarde (dit is een waarde waarvoor er in Europees verband is afgesproken dat er sprake is van een acceptabele geluidsterkte) dan moet worden aangetoond dat de geluidisolatie van het gebouw zodanig is dat aan de eisen voor het binnenniveau in het gebouw kan worden voldaan.
Binnen de gemeente Beek hebben we te maken met wegverkeerslawaai, geluidbelasting vanuit bedrijven/inrichtingen/evenementen, spoorwegverkeerslawaai en lawaai vanuit de luchthaven. Voor de luchtvaart wordt in de wetgeving onderscheid gemaakt in nationale en regionale luchthavens. Hiervoor wordt kortheidshalve verwezen naar de websites www.infomil.nl, www.rivm.nl en www.rijksoverheid.nl. Op de website van de Rijksoverheid staan de verschillende wettelijke bepalingen die voor dit onderwerp van toepassing zijn.
De eisen met betrekking tot de geluidisolatie van geluidgevoelige gebouwen zijn onder meer vastgesteld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Voor woningen bijvoorbeeld stelt het Bbl dat de geluidisolatie van de uitwendige scheidingsconstructies (gevels/daken) van woningen zodanig moet zijn dat het binnenniveau in de woning (woonkamer, slaapkamers, etc.) zeer beperkt is. Hieruit volgt dat de vereiste geluidisolatie variabel is. Dus hoe hoger de geluidbelasting op de gevel van een woning, hoe hoger de vereiste geluidisolatie. Hierdoor zijn dus mogelijk bouwkundige voorzieningen nodig, zoals geluidisolatie op daken en aan/in gevels, geluidsisolerend glas, etc. Het is belangrijk de architect, aannemer en kwaliteitsborger hiervan in kennis te stellen.
Draagkracht bodem
De draagkracht van de bodem in Beek is divers. Een en ander heeft te maken met het feit dat al vele eeuwen een beek door bijvoorbeeld de plaatsen Beek en Neerbeek stroomt. Uit vele sonderingen die in deze gebieden zijn uitgevoerd blijkt dat de echte draagkrachtige bodemlagen zich in deze gebieden vaak pas rond de 6 meter onder maaiveld bevinden. Het een en ander heeft mogelijk gevolgen voor de fundering van het nieuw te bouwen object. Het uitvoeren van een bodemsondering op draagkracht is naast het uitvoeren van een onderzoek of de ondergrond schoon is, aan te bevelen en vaak verplicht. Soms komen in die onderzoeken ook resten van oude funderingen en bouwpuin naar boven, met bijvoorbeeld een diepere aanzet van de fundering of grondverbetering als gevolg. Het is belangrijk de architect, aannemer en kwaliteitsborger hiervan in kennis te stellen.
Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over de risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook de risico's die luchthavens geven vallen onder externe veiligheid, en ook bijvoorbeeld de productie van gevaarlijke stoffen bij bedrijven. In het Register Externe Veiligheid (REV) kunt u bekijken welke risicovolle bedrijven, transportroutes of buisleidingen in de directe omgeving liggen. De data uit het REV wordt ontsloten via de Atlas Leefomgeving. Als gevolg van deze informatie kunnen bouwkundige/ constructieve voorzieningen nodig zijn, bijvoorbeeld bouwen binnen het invloedsgebied Chemelot als het gaat over explosies, et cetera. Het is belangrijk de architect, aannemer en kwaliteitsborger hiervan in kennis te stellen.
Archeologie
In het kader van archeologie kunnen ook, afhankelijk van het bouwwerk en de locatie, bouwkundige voorzieningen nodig zijn. Bijvoorbeeld een aangepaste fundering om de archeologische laag niet te verstoren.
Omgevingsveiligheid
In het kader van de omgevingsveiligheid moet in kaart worden gebracht welke risico’s aan de orde zijn of kunnen zijn die de omgevingsveiligheid kunnen beïnvloeden. Bijvoorbeeld het ontgraven van het terrein naast een belendend perceel/gebouw of langs de openbare weg, het onttrekken van grondwater nabij bijvoorbeeld funderingen op staal of bestratingen, het blokkeren van wegen voor hulpdiensten, hijsen van materiaal boven het openbare gebied of trillingen als gevolg van de bouw, et cetera. Ook hier kunnen tijdelijke of zelfs permanente bouwkundige voorzieningen aan de orde zijn. Dergelijke zaken komen, mits van toepassing, aan de orde in het Bouw- en sloopveiligheidsplan. De Omgevingsveiligheid is en blijft een taak/verantwoordelijkheid van de gemeente. Bouw- en sloopveiligheid wordt een separaat onderdeel (met informatieplicht) naast de omgevingsplanactiviteit en de bouwactiviteit onder de Omgevingswet.
Dit onderdeel valt niet onder de Wkb en de kwaliteitsborger speelt hier geen rol in. Degene die bouw- of sloopwerkzaamheden verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de werkzaamheden kunnen leiden tot beschadiging of belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere roerende of onroerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen, is verplicht alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die beschadiging of belemmering te voorkomen of niet te laten voortduren. Tijdens het vooroverleg of overleg over de omgevingsplanactiviteit met de initiatiefnemer zal het bevoegd gezag de initiatiefnemer/bouwer op deze omstandigheden moeten wijzen. Wanneer de omgevingsveiligheid in het geding is, moet dit worden gemeld bij het bevoegd gezag.